Dag 8
wiesm November 9th, 2008
Vandaag met Yaya alweer de “korte wandelroute” gelopen. Een van onze gewone routes naar het dichtsbijzijnde ven van de Maasduinen “het Eendenmeer”. We zijn dan in een klein half uur uit en thuis. Dit gaat alweer prima. Yaya geniet er weer volop van. De pups kunnen die tijd prima overbruggen. Ze slapen lekker. Als hun moeder weer in de buurt komt worden ze niet meteen actief. Ze kunnen haar ook nog niet zien en horen. Toch worden ze na korte tijd onrustig. Yaya staat in dezelfde ruimte, maar buiten de werpkist nog even haar brokken te eten. Hoe kunnen ze nou weten dat ze in de buurt is? Ruiken ze haar dan? Ze worden steeds drukker, piepen en sluipen door de werpkist. Al kruipend over elkaar heen, zoeken ze hun moeder. De decibellen die ze produceren worden snel hoger. Yaya kijkt een paar keer. Eet nog gauw wat brokken. Ze kijkt weer en eet haar brokken dan maar niet verder meer op. De moederlijke plicht roept. Ze stapt in de kist, vleit zich neer en de tafel is weer gedekt. Binnen de kortste keren hebben alle vijf de pups een tepel gevonden. Eentje heeft het altijd wat moeilijker. Er zitten maar vier goede tepels bovenop. Die vijfde pup moet dan onder de anderen door wroeten om een tepel van de onderste rij te vinden. En dan verandert het geluid. De “ik wil mijn moeder-piep” verandert in een “wat is dit lekker-gesnor”. Je kunt aan de geluidjes horen als de melk rijkelijk vloeit. Aan de staartjes kun je dat trouwens ook zien. Ze staan dan in een mooi boogje omhoog. En aangezien ze allemaal een wit uiteinde hebben aan hun staartje zie je soms dus vijf pluimpjes in de lucht steken.
Waarom niet altijd vijf? Nou weet je je kunt ook op je rug liggend aan de tepel zuigen. Of je moeder gooit je even op je rug, omdat er ook voor toilettering en hygiene gezorgd moet worden. Moeder likt dan onder het staartje en onder de buik om zowel plassen als ontlasting te stimuleren en op te eten. Yaya houdt de werpkist zo dus zelf mooi schoon. Af en toe moeten we wel pluizen van de wollen deken verzamelen. De kleine pootjes krabben met hun nageltjes over de deken tijdens het sluipen, waardoor de wollen vezels loslaten.